Schrijven voelt als een opluchting

NEEDE- In haar hoofd speelt zich heel wat af. Bij vlagen zijn haar dagen inktzwart. Tessa Labots (38) vindt het lastig om dit hardop te verwoorden. “In een gedicht krijg ik eruit wat ik wil zeggen”, vertelt ze. Gedichten die er volgens haar niet om liegen. Ze heeft er een bundel van gemaakt. In samenwerking met D’n Aoverstep, een instelling voor beschermd wonen aan de Rapenburg. Labots woont er vanaf 2009, vanwege psychosociale problematiek. De geboren Haarlemse is er op haar plek. “Iedereen is hier gelijk, je mag zijn wie je bent. Hier word je aangesproken op je vaardigheden en krijgt de kans nieuwe dingen te leren”, vat ze samen. Met plezier werkt ze op de zorgboerderij van D’n Aoverstep. En ze is vrijwilliger bij Livio kleinschalig wonen waar ze ouderen helpt met eten, samen met hen de krant leest of een spelletje doet. Prima voor elkaar zou je zeggen. Maar het gevecht met de stemmen in haar hoofd blijft. “Eigenlijk heb ik constant die ene zin bij me: ‘Help me asjeblieft, ik ben zo bang!’”, onthult ze. Seksueel misbruik in haar jeugd, ze werd gepest, vond geen aansluiting. Raakte depressief, psychotisch en ontwikkelde een dwangneurose. Tessa Labots deed een suïcidepoging omdat ‘de stemmen’ zeiden dat ze dood moest. Een verleden dat genoeg ingrediënten levert voor haar pennenvruchten. Maar ze maakt ook ‘andere’ gedichten. Veelal op verzoek, want haar talent is ontdekt. Met sinterklaas, kerst, de open dag van D’n Aoverstep of als iemand afscheid neemt. Begeleiders bedankt ze met prachtige woorden. Ze heeft een eerbetoon aan haar overleden opa geschreven. En aan een vriend die uit het leven stapte. Je leest erover in haar dichtbundel. In de hoop dat mensen beter begrijpen wat er in haar omgaat heeft ze het boekwerkje uitgedeeld aan familie, vrienden, hulpverleners en lotgenoten. “Ik ben er open over, wil laten weten ‘dit is er met me aan de hand’. Ik zou graag een breder publiek bereiken. Ook anderen die psychische problemen hebben. Zodat ze ervaren dat ze niet de enige zijn.” ‘Maak van je hart geen moordkuil’, schrijft ze in haar voorwoord. ‘Ik ben er ook door heen gegaan. Een hel, maar ik ben er nog en begin steeds meer van het leven te genieten’. Bang voor reacties is Labots naar eigen zeggen niet. “Voor mij voelt het als een opluchting. Wat er in mijn hoofd speelt is er nu uit. Maar mensen zijn geschrokken van sommige gedichten. ‘Nooit geweten dat dit in je om ging’ kreeg ik te horen. Zal ik eens een gedicht voorlezen?” Haar favoriet, ‘In de knoop, uit de knoop’.  “…Soms is het duister, soms is het licht. Ik weet het niet, waar is mijn gezicht?Dat heb ik al lang geleden verloren. Werd ik maar opnieuw geboren. Vervreemd van heel mijn zijn. Het enige wat nog rest is intense pijn. Veel mensen in mijn lijf en hoofd. Bijna niemand die dat gelooft. Zelfmedelijden wordt gezegd. Ziet niemand dan dit ingewikkelde gevecht?…”  Pff, best zware kost. “Ik heb ook leuke gedichten hoor”, haast ze zich te zeggen. “Deze gaat over kerst 2015. Over de warmte en genegenheid van de zorgboerderij.” Woorden wijdde ze ook aan haar zelfbeschadiging: ‘Ik weet het, het is niet goed. Maar het móet, het móet, het móet. En als ik het niet doe, geeft dat in mijn hoofd een hoop gedoe…. In balans en breken met het verleden, Vergeten wat ze met me deden. Ik moet boeten zegt een stem in mijn hoofd…’. En haar kortste gedicht:  ‘Is het koud? Of zit die kou in mij?’ De cover van haar dichtbundel heeft ze zelf gemaakt. Een tekening in pastelkrijt, met vriendelijke kleuren en vloeiende vormen. Lijkt wel een aardbol. “Zie het maar als een ontdekkingsreis.” Er komt een vervolg kondigt ze aan. Met pijn als rode draad. Want naast psychisch leed worstelt Tessa Labots ook met lichamelijke pijnen. In haar hoofd is ze al bezig met de eerste dichtregels.