De loop zit weer goed in de beek

HAAKSBERGEN- De herinrichting van de Buurserbeek in Het Lankheet volgens opgave van de Kaderrichtlijn Water in Overijssel, is zijn laatste grote project voor Waterschap Rijn en IJssel (WRIJ). “Dat is even slikken”, bekent Koob Smink, op de drempel van zijn pensioen. Tegen het decor van cascades en sluisjes in de kabbelende nieuwe oude Botterbeek kijkt de manager gebiedsprojecten met een “supergevoel” om zich heen. Nabij de Oostendorper watermolen is het landschap rigoureus veranderd. “Ja, er is hier heel wat gebeurd. Het draait nog steeds om waterbeheer, maar er is een flinke plus aan gegeven. Ik zie het als een verrijking. In hydrologisch, ecologisch, landschappelijk, cultuurhistorisch en recreatief opzicht. Dit is toch mooi voor de hele samenleving?”

In februari 2015 zet aannemer Gerwers uit Tilligte de eerste schop in de grond. Voor het prille begin moeten we echter terug naar 2008 als WRIJ mogelijkheden tot retentie inventariseert. Uitgangspunt zijn de zogeheten Waterovereenkomsten met de provincie Overijssel. “Zo kwamen we ook terecht bij landgoed Het Lankheet, waar al sprake is van natuurlijke waterberging: de vloeiweiden”, vertelt Smink. Er leven op het landgoed dan al ideeën om met een bootje te gaan varen en de oude loop van de Botterbeek in ere te herstellen. Volgens de standaard berekeningsformule zou de dienst tot waterberging de landgoedeigenaar een eenmalige vergoeding van 10.000 euro opleveren. Bij lange na niet voldoende voor haar ambitieuze plannen. Toch willen beide partijen het niet zomaar afblazen. Gezamenlijk onderzoeken zij of ze het wellicht over een andere, ruimere boeg kunnen gooien. Bijvoorbeeld door cultuurhistorische waarden als de Oostendorper watermolen en Buurser pot mee te nemen in het totaalplaatje van het project. De ambtelijke neuzen wijzen dan bepaald nog niet in dezelfde richting, als een wondertje geschiedt. Uit het provinciearchief komen historische tekeningen van de Oude Omvloed (Botterbeek) boven water. “Zij gaven precies aan hoe de beek zou moeten worden. En dat gaf weer een nieuwe impuls aan het uitgraven van het oude tracé. Een geschenk uit de hemel”, lacht Smink.

Hij is van een integrale aanpak. Van sámen creatieve oplossingen bedenken, in wederzijds vertrouwen. “Partijen moeten goed naar elkaar luisteren, inlevingsvermogen hebben en hun nek durven uitsteken. Dat soort zaken laat zich niet verankeren in een bestek”, weet Smink. Zo waren enkele omwonenden op zijn zachts gezegd ongerust over natte voeten. Retentie vindt plaats in het gebied tussen de watermolen en de Oliemolenweg. Het Lankheet kan  65.000 kuub water aan. “Dat gebeurt alléén als wij de schuif openzetten! Om ongerustheid bij omwonenden weg te nemen is ter plekke een kade aangebracht die 75 centimeter hoger is dan vereist. Zij zijn echt niet overgeleverd aan de weergoden”, benadrukt hij. “Het waterschap is verantwoordelijk en garandeert dat de nieuwe situatie beter is dan de oude.”

Bezorgdheid was er ook over aantasting van privacy en overlast door bezoekers. Om deze zorg weg te nemen is langs de Botterbeek alleen ‘gereguleerd wandelen’ mogelijk. Is normaliter een onderhoudspad eigendom van het waterschap en opengesteld voor publiek, van het pad langs de Botterbeek is landgoed Het Lankheet de eigenaar. Zij gebruikt het pad om de sluisjes te bedienen en mag het verder aan de openbaarheid onttrekken. WRIJ heeft het zakelijk recht om vanaf het pad onderhoudswerkzaamheden te verrichten.

In het kader van provinciaal beleid is de Buurserbeek aangemerkt als ecologische verbindingszone. De oude vispassages functioneerden slecht. Niet vreemd als nabij de watermolen een verval van 3 meter moet worden overbrugd. En dan is daar ook nog de Buurser pot. Beide vraagstukken zijn bijeengeveegd tot één oplossing: natuurvriendelijke oevers en drie sluisjes met aangrenzende cascades. Hoewel de sluisjes niet het pakkie-an zijn van het waterschap heeft WRIJ actief meegedacht. De provincie is met het benodigde geld, 100.000 euro, over de brug gekomen. Winde en bittervoorn zijn inmiddels vanuit de IJssel via de vistrappen de Buurserbeek opgezwommen. Het wachten is op de steur, spiering en kopvoorn.

Behalve waterbeheer spelen er dus nog andere belangen: de vistrek van half maart tot half juni, voldoende wateraanvoer naar de watermolen als deze in bedrijf is en ten derde moet de Buurser pot op bepaalde momenten kunnen varen. “Alles is vastgelegd in een onderhoudsplan. Daar waar de Botterbeek zich afsplitst van de Buurserbeek zit een beweegbare afsluiting waarmee we de watertoevoer kunnen regelen”, legt Koob Smink uit. Over alle details is nagedacht. Het eikenhout van de sluisjes is afkomstig van Het Lankheet, evenals het hout van de landhekken. Ook wordt een informatiebord geplaatst met historische weetjes. Deze zijn verzameld door Hendrik te Beest, die een groot deel van zijn leven aan de rand van Het Lankheet woonde. Het bedieningsmechanisme van de sluisjes wordt deze maand aangebracht. Naar verwachting kan de Buurser pot in september het volledige tracé bevaren. Het deelproject Botterbeek heeft 1 miljoen euro gekost, all in. De provincie Overijssel en WRIJ betalen ieder ongeveer de helft.

Herstelwerkzaamheden Buurserbeek / Zoddebeek

Binnen de Kaderrichtlijn Water zijn op Haaksbergs grondgebied de werkzaamheden aan de Buurserbeek afgerond. Dat de natuur grillig kan zijn is gebleken bij de Zoddebeek, waar rond 2005 een herinrichting heeft plaatsgevonden. “De zelfregulerendheid werkt niet geheel naar wens. Voor zowel het waterschap als omwonenden voldoet de huidige situatie niet aan de verwachtingen”, aldus Koob Smink. Er liggen vergevorderde plannen die de knelpunten in en rondom de Buurserbeek en de hierin uitmondende Zoddebeek moeten oplossen. “Het laatste ei hierover is nog niet gelegd, maar dit najaar komen de plannen waarschijnlijk rond. Met de herstelwerkzaamheden aan de beide beken beginnen we in de eerste helft van 2016. Dat is een project op zich. Jammer genoeg ben ik daar niet meer bij.”

 

Jantina Oltwater woont nabij de watermolen en wandelt dagelijks met haar honden langs de Buurserbeek. De hele ontwikkeling heeft ze op voet gevolgd. “Toen ze begonnen met het rooien van bomen en het graafwerk dacht ik ‘Wat een puinhoop! Hoe moet dat nog wat worden?’. Maar het is in één woord fantastisch! De stenen, de sluisjes. En straks zijn de kale oevers mooi begroeid. Echt een aanwinst.” Dat de nieuw aangelegde beekloop is afgesloten voor publiek vindt ze jammer, maar begrijpelijk. “Dat de mensen die daar wonen privacy willen kan ik me heel goed voorstellen. Het buitengebied is groot genoeg. En langs de oude beek kun je nog steeds gewoon wandelen.” Als alles klaar is wil ze met haar man op excursie in Het Lankheet. En daarna een tochtje met de Buurser pot. “Eigenlijk zou het bootje tot Captain Jack in Buurse moeten kunnen varen. Maar of dat er ooit van komt?”